Vesna de Buck (1969), roepnaam Buck, kreeg borstkanker. “Wat was ik kwaad”, zegt hij. “Ik wilde helemaal geen borsten en dan dit.” Het was voor hem wel aanleiding zijn gevoel te volgen. “Mijn leven ziet er nu fantastisch uit”, vindt hij. Met fijn werk, lekkere sport en vooral man-zijn en geaccepteerd worden. “Ik voel me bevrijd.”
Zo tot 1980, elf jaar oud, voelde ik me echt helemaal happy. Ik was de oudste thuis, met een zus en twee broers. Ik was behoorlijk jongensachtig als kind, en dat werd ook geaccepteerd. Dat voelde goed. Alleen mijn vader had er moeite mee. Met hem heb ik ook een moeizame relatie.
We verhuisden in 1980 naar Santpoort-Zuid. Toen besefte ik dat ik echt geen meisje wilde zijn. De borsten vond ik heel erg en ongesteld worden, wilde ik al helemaal niet. Maar transgenders kende ik niet. Ik voelde me prettig bij de lesbische vrouwen en homo’s in mijn omgeving.
Ik gedroeg me als jongen en ik kleedde me als jongen, maar ik durfde niet te zeggen dat ik ook liever een jongen wilde zijn. Toen ik een naam bedacht voor hoe ik zou heten als jongen, dacht ik, waar ben ik in godsnaam mee bezig? Dat kan toch niet, ik kan toch geen jongen zijn. En eigenlijk was ik ook best blij met mijn naam, Vesna. Maar toch ging ik meer en meer mijn ‘eigen leven’ leiden.
In die tijd, ik was 18 jaar, gingen mijn ouders scheiden. De situatie was niet goed om over mijn gevoel te vertellen. Zeker omdat ik bij mijn vader bleef wonen. Ik keerde me steeds meer in mezelf. Toen mijn moeder in 2000 overleed – ik werkte bij de kinderopvang – ging het niet goed. Ik had geen zelfvertrouwen en voelde me niet goed behandeld. Dat veranderde gelukkig toen ik werk vond bij de Post. Ik ben echt blij dat ik daar kwam, want anders was ik hier niet meer geweest. Ik ontmoette er voor het eerst een transgender persoon en dacht: ‘zo voel ik me ook’, maar toch durfde ik er nog niet voor uit te komen.
KWAAD
In juli 2015 werd er borstkanker ontdekt. Ik voelde een knobbel in mijn rechterborst waar ik jeuk kreeg. Borstkanker met uitzaaiing naar de lymfeklieren, was de uitslag. Wat was ik kwaad! Ik wilde al geen borsten hebben en nu kreeg ik ook nog deze ziekte. Ik kreeg chemokuren, bestraling en een borstamputatie. Je mag de ander er ook meteen afhalen, zei ik, maar dat deden ze helaas niet.
En toen voelde ik me echt verloren. Wat is er toch met mij aan de hand, dacht ik. Ik ben naar Transvisie gegaan om te kijken of mijn gevoel klopte. Bij het VUmc werd mijn genderdysforie bevestigd en was de cirkel gesloten.
De borstkanker was uiteindelijk een opluchting. Ik was van mijn vrouw-zijn af. Nu, een goed jaar verder, en mijn andere borst ook verwijderd is, ben ik echt gelukkig. Ik voel me bevrijd. Ik heb momenten heel diep gezeten, maar steeds kwam dan het besef dat mijn leven er echt fantastisch uitziet. Ik ben zoveel gelukkiger en kijk positief naar de toekomst. Ik word ook overal geaccepteerd zoals ik ben en wie ik ben. En ik heb mijn echte naam gehouden, want ik vind het nog steeds een naam waar ik trots op ben. Ik heb alleen een roepnaam genomen (Buck) om dingen goed te kunnen verwerken.
SPORT
Daarbij helpt mijn werk en de sport. Dat werk geeft rust. Ik doe sinds twee jaar ook vrijwilligerswerk bij verschillende buurthuizen: koken en begeleiding van mensen met een psychische beperking. Mensen accepteren en respecteren me, en ze maken er soms grapjes over. Ik vind het ongelofelijk hoe ze daar mijn traject hebben gevolgd en zo goed hebben opgepakt. Heel fijn! Ik kan me er gewoon als transman laten zien en dat wil ik ook, laten zien dat wij zijn zoals ieder ander.
In de sport kan ik goed mijn dingen kwijt. Ik merk dat sport voor transgender personen moeilijk kan zijn, want je hebt vaak een mannen- en een vrouwencompetitie en waar pas jij dan? Ze stoppen er dan soms mee. Jammer, want sport is goed voor je.
Ik hockey zelf heel fanatiek en dat heb ik altijd gedaan. Ik wil ook andere transgender personen aan het sporten zetten, laten zien dat je gewoon lekker kunt sporten. Ik probeer nu in Haarlem budget te krijgen dat we bijvoorbeeld regelmatig een uurtje kunnen zwemmen of de sporthal kunnen gebruiken voor een partijtje volleybal. En zo ga ik lekker verder in mijn leven.
(tekst: ton van den born, foto: buck de buck)