Regenboogvlag en transgendervlag

Lilian – ‘Blijf in gesprek’

Lilian Haak (1965), sinds 2003 werkzaam bij de Politieacademie in Apeldoorn, wijst hoog bij de ingang van het onderwijsinstituut op een citaat uit Artikel 1 van de Grondwet. Het verbod op discriminatie op basis van geloof, ras, geslacht, welke aard dan ook. “Elke dag worden zo collega’s herinnerd aan wat ook mijn rechten zijn.”

Vier jaar geleden kwam ik terug van vakantie, helemaal ontspannen. Maar dat duurde niet lang. Want pappa zus, pappa zo en alle druk kwam snel terug. Ik wendde me tot de psychopol, een hulpdienst hier op het werk. Ik vertelde over mijn gezinssituatie, dat ik jaren voor de kinderen had gezorgd. En ik noemde mijn vrouwelijke hobby’s. Maar daar hoeven we het niet over te hebben, zei ik. Een goede psychologe is dan direct gealarmeerd. Ze ging op zoek naar mijn diepere drijfveren. Ik bleek toch vrouwelijker dan ik mezelf had toegegeven.

Ik ben regelmatig bezig geweest met mijn vrouwelijke kant, op mijn 18de, 21e, 28e. Hoe kon ik dat vergeten zijn? Alsof ik het aan de kant had gezet, een emotioneel blok erop. Ik ging naar de Koninklijke Militaire Academie, een heel mannelijke keuze. Aan de andere kant ontdekte ik op mijn twaalfde de dans. Ik heb alles gedaan, van ballroom en ballet tot moderne dans. Ik was ook instructeur zumba. Daar zie je alleen vrouwen, hooguit een verdwaalde man.

In onze heteronormatieve samenleving is de druk heel sterk te beantwoorden aan wat past bij een jongen of meisje. Tot mijn 12de had ik geen enkel probleem met die normen. Mijn broer en ik kregen poppen, ik had vooral vriendinnetjes en ik dacht dat een voetbalelftal zo’n dertien spelers telde. In houding en gedrag was ik altijd al heel vrouwelijk. Ik zag mezelf als een vrouwelijke man, maar ik had nooit gedacht aan waar dat vandaan kwam. Sowieso kon er meer in die tijd. De schaamte is weer terug, lijkt het. Jongens zijn jongens en doen jongensdingen.

Hakken

Het transitieproces begon voor mij zo’n 2,5 jaar geleden. Ik meldde me bij Transvisie Zorg met de vraag wat het voor mij betekende, hoe ver ik wilde gaan. Het genderteam in Amsterdam heeft dan twee nadelen, de wachtlijst en, toen zeker, de vooronderstelling dat je het volledige traject doet. Ik ben daarom naar een genderpsycholoog in Assen gegaan. Het VUmc-genderteam heeft baanbrekend werk verricht, maar de psycholoog is er vooral een poortwachter die kijkt of je verder kan in het traject. Dat is niet de insteek van Alwin Man, mijn psycholoog. Verder ben ik gestart met epilatie en logopedie.

Ik was de real life experience al gestart voordat ik hormonen kreeg (eind 2015), benieuwd hoe dat zou gaan. Een hele dag op hakken is niet niks. En ik had natuurlijk mensen geïnformeerd. Een collega-transvrouw bij de politie had me verteld: het belangrijkste is dat wat je ook doet, je in gesprek blijft met de mensen om je heen. Ik heb toen een communicatiestrategie uitgedacht, wie informeer ik wanneer? Ik stapte eerst naar een klein groepje mensen, zoals mijn leidinggevende en een paar collega’s. En ik stelde berichten op. Daarbij had ik het advies gekregen: leg niet uit wat transgender is, maar wat het voor jou betekent en hoe jij het voelt. Met mijn leidinggevende, die nog nooit van transgender gehoord had, had ik een lang gesprek. Hij reageerde echt fantastisch.

Hier op het werk kon ik terecht bij twee instellingen. Het landelijk georganiseerde Roze in Blauw, voor lhbt’ers bij de politie, en het diversiteitsnetwerk, niet alleen lhbt’ers. Ik ben nu een vraagbaak voor collega’s. Ze komen bijvoorbeeld naar me toe als het geslacht op een identiteitsbewijs niet overeenkomt met de expressie of als ze zich afvragen wie een transvrouw die niet geopereerd is, moet fouilleren. Waarom vraag je het haar niet gewoon, zeg ik dan.

In mijn straat ging het ook perfect. Via een Facebook-buurtgroep heb ik mensen geïnformeerd. Dan weet je wat er aan de hand is als een van de kinderen zegt: mama, daar loopt een meneer in een jurk. Als ik de stad in ga, loop ik niet rond als een bang muisje. Dat helpt vast, want ik heb echt nog nooit een wanklank gehoord.

Oma

Blijf in gesprek met je omgeving, blijf in verbinding met mensen en houd het bij jezelf, is mijn advies. Bijvoorbeeld door te zeggen: mensen, ik vind het soms ook lastig, maar ik ga dit traject in om gelukkig te worden. De belangrijkste verandering zit uiteindelijk in jezelf en realiseer je door simpelweg te accepteren wie je bent. Dan komt de rest vanzelf. Houd de regie in handen, doe dingen wanneer het goed voelt, maar stel hulp vragen niet uit, want, zou ik zeggen: hoe ouder je bent, hoe groter de testosteronschade.

Vrouwen accepteren het vaak makkelijker dan mannen. Op de Politieacademie zijn vrouwen sowieso al bezig om de genderbinary te doorbreken. Verder zijn mensen hier professionals. Ook als ze er privé hun gedachten over hebben, doen ze daar niets mee. Dit voelt voor mij als een veilige omgeving. Met veel steun. Ik maakte een opmerking over het toilet, dat het soms lastig was, en twee weken later was hier een genderneutraal toilet.

Het geeft me ruimte en vrijheid, vrouw-zijn. En rust. Ik had blijkbaar zoveel energie gestopt in het geforceerd mannelijk lijken. Hoewel ik voor de kinderen natuurlijk al jaren moederde.

Hoe dat kwam? Ik ben jong getrouwd, maar na tien jaar liep het mis en ik bleef met de kinderen zitten, toen 4, 5 en 6 jaar oud. Ik kookte, waste, streek. Toen ik mijn thuiswonende zoon vertelde dat ik als vrouw verderging, was de schok niet groot. Hij zei ook niet meer dan: prima, wat eten we vanavond? Ik heb nog een andere zoon, maar slechts één van de vier moet nog wennen aan het idee. Ik heb daar alle begrip voor. Ik blijf voor hen ook gewoon pa, maar ik word later wel oma.

Tekst en foto: ton van den born

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com