Emma en Joy, transgender personen, zijn twee van de ‘queer personen’ die in ‘Gloei’ staan. Samen met nog zo’n twintig anderen die er, zo zou je kunnen zeggen, gloeien. ‘Gloei’ is een interviewboek van Edward van de Vendel (schrijver) en Floor de Goede (tekenaar). Mooie gesprekken.
Behalve jongeren die zichzelf wel willen beschrijven als gay, bi, trans of non-binair, gaat het ook over mensen die eerder aan woorden zoals panseksueel, fluïde of aseksueel denken. Of gewoon ‘ik ben ik, het maakt me niet uit, je hoeft me niet te plaatsen’. Het is een veelkleurige groep. Thomas, Querijn, Zeno, Sanjana, Marijke, Ahmed, Priscilla en al die anderen. Mensen uit Nederland en Vlaanderen, vluchtelingen, een intersekse persoon, een gereformeerd meisje, een drag queen.
Ze zijn 16 tot 23 jaar oud. Soms zijn ze in verwarring over hun gevoelens, maar vaker juist helemaal niet. Zij weten het dan wel, maar de omgeving is nog in verwarring. Bijna altijd zijn ze hevig verliefd of verliefd geweest. Ze vertellen over stiekem ontdekken, eerste kussen, beginnende zoektochten.
Je leest hun open en ontroerende verhalen en gaat echt met hen meevoelen. Soms word je ook wat droevig van alle moeilijkheden en tegenspoed, bijvoorbeeld het vreselijke verhaal van de Armeense Hayk. Maar vaker word je vrolijk en blij van de euforie in de verhalen. En zoals Lola en Suzanne van de Utrechtse boekhandel Savannah Bay in hun podcast zeggen: ‘het is een sympathiek en warm boek.’ Helemaal eens!
Edward van de Vendel, die al zo’n twintig jaar kinderboeken schrijft – in verschillende talen vertaald en met prijzen bekroond – heeft over elk van de jongeren een gedicht geschreven dat vóór het interview in het boek staat. Zijn interviews zijn respectvol, empathisch en behoedzaam. Hij vraagt de jongeren niet alleen naar seksuele identiteit en zet dat ook niet steeds boven het interview. Soms lijkt dat maar bijzaak, en vraag je je af waarom dit verhaal in het boek staat. Totdat bijvoorbeeld blijkt dat die jongen weleens verliefd is geweest op jongens. Van de Vendel heeft ze, lijkt me, vooral gevraagd naar alles waar zij energie van krijgen, waarvan ze gaan gloeien. Zoals de zwemkampioen met reuma die zich zo helemaal super voelt in het water.
Gelukkig maar, want mensen zijn niet te reduceren tot dat ene aspect. Het gaat niet alleen over hun homo- of trans-zijn, maar over hun leven in alle vormen. Het gaat bijvoorbeeld ook over paarden, pretparken, school, champagne, vrienden, ouders en pleegouders.
Voor deze generatie zijn sociale media en apps haast onderdeel van hun identiteit. Daar informeren ze zich, vinden ze mensen en sluiten ze vriendschappen. Soms sluiten ze zich er af van een omgeving die hen afwijst om hun gevoelens. Of die online wereld hen daarin helpt, weet ik niet, maar je proeft in de interviews ook hun weerbaarheid en hoe ze zich uiteindelijk een plaats in de wereld toe-eigenen. Dat is mooi, en een troost voor jonge lezers die aan het begin van een eigen zoektocht staan.
Ik vond het ook fijn dat de schrijver, kort voor publicatie van het boek, nog contact had opgenomen met de mensen die hij misschien twee jaar eerder had geïnterviewd. ‘Je had zulke mooie plannen, dromen, relaties toen. Hoe is het daar nu mee?’ Voor elk van de personen is achterin het boek nog een stukje opgenomen. Ik beken dat ik telkens als ik een portret had gelezen, meteen naar achteren bladerde om te kijken hoe het ‘nu’ gaat met deze persoon.
‘Nu’ was dan waarschijnlijk augustus, september 2020, want het boek verscheen dit najaar bij Querido. Net zo kleurrijk in tekeningen en vormgeving als in inhoud. Aanrader!
Tekst: Ton van den Born
Tekening van de voorkant van het boek: Floor de Goede