Carolien Kruijs en Sandy Kardolus van Schiedams LEF spraken voor een boek met ervaringsverhalen met veertien ouders en zes transgender kinderen. Stel je voor dat je zoon op een dag zegt dat hij liever een meisje wil zijn of andersom, wat te doen? Daar wil het boek, in oktober verschenen, een antwoord op geven.

‘Ouders zeggen weleens tegen ons dat ze het knap vinden hoe wij met ons kind omgaan, want het lijkt ze moeilijk. Maar het is pas moeilijk als je niet meegaat in het gevoel van je kind.’ Dat zegt Sanne, een van de ouders in het boek van Carolien Kruijs en Sandy Kardolus.

Sanne is de moeder van Jake van 7. Jake, die vanaf ongeveer zijn derde geen meisjeskleding meer wilde dragen, vroeg zijn moeder: “Mama, waarom ben ik eigenlijk als meisje geboren?” Sanne en Jake zijn overigens pseudoniemen, zoals alle namen in het boek.

Het boek staat vol met ervaringsverhalen van moeders en zes van hun kinderen. ‘Dat in de interviews alleen moeders aan het woord komen, komt omdat er alleen vrouwen op de oproep hadden gereageerd’, schrijven Kruijs en Karolus. Ze spraken uiteindelijk twintig mensen over de zoektocht naar hulp, problemen met de omgeving en belevenissen met hun kind of als kind of jongere.

‘Het mooiste dat je kunt worden is jezelf’ – titel van het boek, motto van Schiedams Lef en ook een populaire spreuk op kaartjes – wil ouders van transgender kinderen herkenning en hulp bieden. Die ouders vormen met mensen in de hulpverlening de belangrijkste doelgroep van dit boek. Ze vinden er allerlei tips die de geïnterviewden in het boek aandragen. Want, schrijven de auteurs in het voorwoord, het bleek tijdens een bijeenkomst dat veel ouders zodra ze merken dat hun kind misschien een ander gender heeft dan verwacht, niet wisten waar ze hulp konden zoeken. Op internet vonden ze geen antwoord en bij veel huisartsen ontbreekt kennis.

‘Wat opviel in bijna alle verhalen was dat naar voren kwam dat de kinderen zich pas echt gelukkig gingen voelen op het moment dat zij van hun ouders en hun omgeving zichzelf mochten zijn’, schrijven ze. Maar ze ervaren vaak veel problemen vanwege de genderdysforie: discriminatie en depressie tot erger. Vandaar dit boek.

‘De juf zegt dat God mij niet goed heeft gemaakt,’ vertelt de vierjarige Vlinder aan haar moeder, achterop de fiets. ‘Toen hij vijf jaar was en met kerst een meisjescadeau kreeg van opa en oma, legde hij het opzij en zei: “Ik geloof niet dat dit voor mij is.” Aldus Anna, moeder van Bob. ‘Mensen kijken mij vaak net een beetje te lang aan of ze stellen me ongemakkelijke vragen’, zegt Sam, 23 jaar.

Wat doe je eraan? Daar gaat het uiteindelijk om in dit boek. Wat te doen als je de ervaringen van de geïnterviewden in dit boek deels of helemaal deelt?

Een paar van de aanbevelingen van Kruijs en Karolus aan ouders. Luister goed naar het kind of de jongere, ze weten zelf vaak heel goed wat ze willen en nodig hebben. Wees open tijdens de transitie. Je mag je emoties als ouders aan je kind laten zien, ook als je het er moeilijk mee hebt. Laat school of club nooit zomaar een brief sturen over jouw kind zonder jouw inspraak en laat ze het dan liefst bij een simpele mededeling houden: ‘Wij als school steunen Sarah als transgender.’ Wees erop voorbereid dat niet iedereen even begrijpend en tactvol is en leg dat ook uit aan je kind, verander van school of club als je kind er gepest of buitengesloten wordt en probeer soms de humor te zien in ongemakkelijke situaties.

Het boek (in eigen beheer geproduceerd, ISBN 97894-6328-393-9, 157 pagina’s, 17,95 euro), is te bestellen bij de boekhandel of bij info@schiedamslef.nl.

Schiedams LEF bestaat uit Sandy Kardolus en Carolien Kruijs, beiden uit het onderwijs. De stichting geeft lessen en workshops over (seksuele) diversiteit en maakt ook lesmateriaal voor het basisonderwijs.

Tekst Ton van den Born en tekening (cover van het boek) Jikke Kuiper