Regenboogvlag en transgendervlag

Niek – Beter in mijn vel

De transitie is heel goed gegaan, zegt Niek Delfgou (1961). Hij is al zestien jaar werkzaam bij de Academie voor Sociale Studies op de Hanzehogeschool Groningen. Collega’s merken nu soms dat hij door de testosteron een nieuwe puberteit ervaart. Met spontane onstuimigheid.

De transitie was niet een totale verrassing. In mijn relatie – ik ben twintig jaar samen met mijn vrouw – kwam het af en toe naar boven dat ik man wilde zijn. Het dreef ook weer weg. Maar begin 2013 las ik een interview met Mark Hommes, docent psychologie op de Open Universiteit. Dat ging over zijn transitie. Ik dacht: zo wil ik er ook uitzien.

In april sprak ik af met Mark. En daarna ging het snel. Ik ben naar het Genderhome gegaan, een zelfhulpgroep in Groningen. Niet omdat ik hulp zocht, maar omdat ik informatie wilde over de operatie en een idee van het resultaat wilde krijgen. Wat kun je verwachten als transman en hoe zie je er dan uit?

Verder hoefde ik er niet zo veel. Ik heb een partner, ik heb vrienden, ik heb een stabiele sociale omgeving. Je hoort soms van mensen dat de partner de verandering niet kan bijbenen en dat je vooral met jezelf bezig bent. Dat was er bij ons allemaal niet. In de relatie is weinig tot niets veranderd. Hooguit dat ik nu beter in mijn vel zit.

Natuurlijk wist ik het al heel lang, sinds mijn 7de. Van poppen trok ik de benen af en toen ik het bovenstukje van de bikini aan moest, werd ik opstandig. Ik was geen meisjemeisje, tot verdriet van mijn moeder. En borsten krijgen vond ik doffe ellende. Ik ging krom lopen om ze maar een beetje te verbergen. Maar het waren de jaren 60. Er was weinig aandacht voor en er werd niets mee gedaan. Ik schikte me, maar ik had later nog wel de bizarre hoop dat ik van mijn moeder, die borstkanker kreeg, het gen had en dat de borsten er af konden.

Alternatieve weg

Ik had nu een besluit genomen en onderging een borstoperatie. Ik deed alle vrouwenkleding de deur uit en we schaften in één keer een hele nieuwe garderobe aan. Mooi dat je dan merkt dat alles zo goed past, zonder die borsten. Mijn vrouw vond het verlies van de borsten jammer, maar ik had er altijd al moeite mee als ze die aanraakte. Ze pasten gewoon niet bij mij. Dat ik overal haargroei kreeg, was nog wel een dingetje. De baard bijvoorbeeld, die moet ik goed bijhouden. ‘Maar als het licht uit is, is het eigenlijk gewoon hetzelfde’, zegt ze. Een mooi symbool is dat ze in haar trouwring mijn nieuwe naam heeft toegevoegd.

Of ik het met de kennis van nu, eerder had gedaan, weet ik niet. Dan had ik haar bijvoorbeeld nooit ontmoet. Dan had ik het misschien echt veel eerder willen doen, dat je ook puberteitsremmers kunt krijgen. Zoals die transgender jongeren in Hij is een Zij.

Ik heb een alternatieve weg gevolgd, niet via aanmelding bij het genderteam. De operatie regelde ik zelf, maar toen ik (voor de hormonen) naar een endocrinoloog wilde, zou ik daarvoor telkens naar Haarlem moeten. Daarom heb ik toch maar bij het UMCG (waar het Groningse genderteam zit) aangeklopt en moest ik nog de normale procedure in, met het hele scala aan gesprekken. Dat viel me wel tegen. Nee, verdere operaties komen er niet. Als je boven de 50 bent, zijn er te veel risico’s.

Oude foto’s

Het team van collega’s op de hogeschool kende mij als Moniek. Ze vinden me nu veel leuker geworden. Ik vraag me wel af of dat niet ook komt doordat er van een man meer geaccepteerd wordt. Als vrouw word je al snel bitchy gevonden, maar een man mag kritisch zijn. Het is leuk dat ik beide kanten heb gezien en echt het verschil ervaar hoe mannen en vrouwen in de maatschappij staan. Iets waarvan we ons vaak maar weinig bewust zijn.

Toen ik aan de transitie begon, heb ik de 250 collega’s hier een mail gestuurd en het daarna iedereen nog eens persoonlijk verteld. Ik zei dat ze alles mochten vragen wat ze wilden. Ze vonden het allemaal prima. Ze zeiden zelfs trots te zijn dat ze nu een transman kenden en dat ze het van dichtbij mee konden maken. Ik heb nog eens iedereen gemaild toen ik van het mannentoilet gebruik ging maken.

Ik woon in een klein dorpje in Groningen. We kwamen daar als lesbisch koppel en mengden ons direct in het dorpsleven. Dat ging heel goed. Ze hadden ook helemaal geen moeite met de transitie. ‘Je bent eigenlijk altijd al man geweest’, zeiden dorpsgenoten. In het begin vergisten mensen zich nog wel in de naam. En incidenteel ervaar je weleens onbegrip, of maakt iemand zo’n opmerking van: ‘nou, je bent wel goed gelukt’. Ze bedoelen het als compliment, maar het voelt alsof je een soort bouwpakket bent.

Het maakt uit hoe relaxed je eronder bent. Ik maak me niet druk over vergissingen. Ook mijn vader van 89 blijft me Moniek noemen. Prima, ik weet dat er transmannen zijn die dat moeilijk vinden, maar ik heb niet de behoefte om het verleden te ontkennen en oude foto’s weg te stoppen. Dit is wie ik ben.

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com