en profiel foto van twee kindjes die lachten met de neuzen tegen elkaar en elkaar in de ogen kijken. Een kindje met gekleurde lange haren en een met een hanenkam

11 oktober 2018

Dan kan ik altijd een jurk aan

   

Een open-minded en liefdevolle familie waarin ‘jezelf zijn’ hoog in het vaandel staat. Taya en Jurre laten hun kinderen precies zijn wie ze willen zijn en leggen ze hierin geen restricties op. In het interview is te lezen hoe zij hier als jonge ouders mee omgaan.

Wat vind je eigenlijk van kleding?

FINN: Vroeger wilde ik helemaal geen jurk aan naar school, omdat ik bang was dat ze me zouden uitlachen. Maar nu denk ik vooral dat kleding helemaal niet uitmaakt, kleding is niet wie je bent. Je mag dragen wat je wilt, als je het maar durft en wilt doen. Als ik het niet had gedurfd, had ik dit nooit aangehad nu.
SKY: Soms vind ik kleding leuk, maar soms niet, want soms lachen kinderen me uit. Dan zeggen ze: “Waarom heb je altijd meisjeskleren aan?”. En dat vind ik niet fijn. Dat was voordat ik 6 maanden geleden mijn meisjesnaam kreeg, maar nog steeds vragen mensen het soms. Ik heb mijn naam vooral veranderd omdat ik graag een meisjesnaam wilde hebben.
TAYA: Wij vinden ook dat iedereen mag dragen wat hij wil. Toen Sky jong was, wilde ze heel graag een Frozen-jurk en die hebben we toen gekocht. Op haar vierde wilde ze deze ook aan naar school, maar je mag natuurlijk niet met een verkleedjurk naar school, dus hebben we voor het eerst een echte jurk gekocht. Het begon met andere Frozenrokjes en jurkjes, maar het werd steeds ‘vrouwelijker’. Ze wilde op een gegeven moment gewoon een rokje aan in plaats van een broek. Vanaf toen ben ik haar eigenlijk steeds ‘meisjesachtiger’ gaan kleden, ook al wilde ik het begrip ‘meisjesachtig’ graag vermijden. Ik noemde het geen jongens- of meisjeskleding, maar ik vroeg of ze een broek of een rok wilde hebben.

“Dan wil ik een meisje worden, want dan kan ik altijd een jurk aan zonder dat het iemand opvalt.”

Wat vind je het leukst om te dragen?

SKY: Ik haat jongenskleding, verder vind ik alles leuk.
FINN: Dat is een vraag die ik eigenlijk niet kan beantwoorden, ik vind alles leuk… Alle soorten kleren die er zijn, zowel jongens- als meisjeskleding.

Dat herkennen wij wel ja! Kleding is gewoon leuk en dat maakt dan niet uit of het jongens- of meisjeskleding is. Weten jullie al wat jullie later willen worden?

FINN: Als bijberoep wil ik YouTuber worden. Het allerliefst wil ik game-ontwerper én YouTuber worden, maar ik denk niet dat dat ‘m gaat worden.

Het kan wel hè, als je dat wil, kan je daarvoor leren! Voor game-ontwerpen zijn zeker opleidingen. Er is nog geen YouTube Academy of iets dergelijks volgens mij, maar wel een Film Academy, daar leer je wel hoe je moet filmen.

FINN: Je moet ook de hele tijd doorgaan met praten.

Ja en dat kan jij wel hè haha. En Sky, weet jij al wat je wilt worden?

SKY: Zo’n mevrouw die heel veel kunstjes kan, een circusmevrouw. Ik weet niet wat ik precies moet doen in het circus, maar ik weet wel dat ik dat wil. Ik kan wel al turnen, dus dat lijkt er wel een beetje op!

Hoe is de ontwikkeling geweest van Sky?

TAYA: Sky was bij de geboorte als jongetje geregistreerd. Ze was 3 toen ze voor het eerst een jurk aan wilde. Dat was voor ons als ouders even wennen, vooral omdat het in de maatschappij als iets ongewoons wordt gezien. In het begin heeft ze vooral verkleedjurken aangehad als danseres of prinses. Op dat moment hebben we besloten om, naast het Spidermanpak, ook een Frozenjurk te kopen. Het was alleen een satijnen jurk en die rekt niet mee met actieve kinderen, dus in 2 maanden tijd had ik al 6 keer de jurk opnieuw genaaid haha… Ik heb toen toch maar een andere jurk gekocht van een meer rekbare stof.
Ze durfde na een tijdje niet meer met haar jurk naar buiten. We denken dat iemand iets naars heeft gezegd, maar dat weten we niet helemaal zeker. Vanaf dat moment zei Sky voor het eerst: “Dan wil ik een meisje worden, want dan kan ik altijd een jurk aan zonder dat het iemand opvalt.” Waarop ik zei: “Dat kan, als je dat later nog steeds wilt, dan kan dat. Maar je hoeft geen meisje te worden, het is ook goed als je een jongen in een jurk bent.” Wij dachten altijd dat wij een gender non-conform kind hadden. Ik had zelf het idee dat transgender kinderen vanaf hun geboorte al zeggen dat ze in het verkeerde lichaam zitten, maar dat had Sky dus helemaal niet.

Vroeger wilde ik helemaal geen jurk aan naar school, omdat ik bang was dat ze me zouden uitlachen. Maar nu denk ik vooral dat kleding helemaal niet uitmaakt, kleding is niet wie je bent. Je mag dragen wat je wilt, als je het maar durft en wilt doen. – Finn

Maar goed, het werd vanaf toen eigenlijk normaal dat we elk seizoen jurkjes en rokjes gingen kopen en dat we ook bij formulieren ‘meisje’ in gingen vullen. Ik had een boek gelezen van een Amerikaanse psycholoog die transgender kinderen heel grof indeelde in ‘apples’ en ‘oranges’. De ‘apples’ zijn de kinderen die vanaf jongs af aan al zeggen ‘ik bén een meisje’ en de ‘oranges’ zeggen ‘ik wil een meisje zijn’. Ik wist zeker dat ik geen appeltje had, dus wist ik niet helemaal hoe we het moesten aanpakken. Ik heb de Amerikaanse psycholoog toen gemaild en zij zei dat het belangrijkste is dat je kijkt naar waar je kind nu is. Het betekent natuurlijk niet dat als je je kind nu meisje laat zijn, dat dat van de rest van haar leven zo moet blijven. Dus toen hebben we eigenlijk gezegd dat dit is waar ons kind nu is en dit is waar ze nu gelukkig van wordt en als dat in de pubertijd nog steeds zo is, prima en als dat niet zo is, is dat ook prima. We zijn afgelopen zomer dan ook begonnen met ‘zij’ zeggen en een nieuwe (meisjes)naam.

Het is best wel bizar om te bedenken dat kinderen op een bepaalde leeftijd een mening daarover gaan hebben en dat het ze op een gegeven moment opvalt als een jongen een jurk aan heeft. Hoe is het eigenlijk op school gegaan?

TAYA: Klopt, in het begin zijn kinderen zich daar nog helemaal niet bewust van. Soms vroegen kinderen wel: “Ben je een jongen of ben je een meisje?” of “Waarom heb je een jurk aan?” en dan zeiden ze gewoon “Ik ben een jongen” en “Omdat ik het leuk vind”. En dat was dan ook genoeg. Jonge kinderen hoeven geen uitleg. Toen Sky in de kleuterklas zat vonden kinderen het wel raar dat ze een jurk aan had en toen heeft de docent in een kring gepraat over voorkeuren; welke kleur vind je mooi? Wat is je lievelingseten? etc. Er is ook een officiële coming out geweest op school en we hebben daarbij alle ouders uit de klas een brief gestuurd en toen kregen we reacties van ouders dat ze met hun kinderen hadden gepraat en dat die kinderen het bijna allemaal overbodig vonden dat er een brief over geschreven moest worden. Kinderen hebben daar zelf vaak geen probleem mee, de ouders vinden vaak ergens iets van. Je hoort alleen meestal niks van de ouders die negatief reageren en wel van de ouders die positief reageren.
JURRE: De ouders hebben ook niet negatief naar de school gereageerd.

SKY: ‘Soms vind ik kleding leuk, maar soms niet, want soms lachen kinderen me uit. Dan zeggen ze: “Waarom heb je altijd meisjeskleren aan?”. En dat vind ik niet fijn.’

En wat vond de school er zelf van?

JURRE: De school is daar tot nu toe heel makkelijk in. We hebben een directrice bij de deur staan waarvan haar haar de ene week paars is en de andere week groen, dus die past er mooi bij.
TAYA: Het is inderdaad ook iemand die open staat voor verschillende mogelijkheden. We hebben op het moment gesprekken lopen over de gymlessen. Volgend jaar moet ze douchen met gym, maar de directrice gaat er heel positief mee om en kijkt naar de mogelijkheden en niet naar de obstakels. Bij Finn was het lastiger op school. Hij zat in groep 5 toen hij voor het eerst met een jurk aan naar school ging. Hij zit nu in groep 6 en op deze leeftijden pesten kinderen toch wat meer, dus hier is toen ook een les over geweest. Ze hebben niet Finn het laten zeggen, maar ze hebben een les over vooroordelen en verschillen gedaan, waarbij ze uiteindelijk hebben geleerd dat je aan hoe iemand eruitziet, niet kunt afleiden wat voor persoon het is. Aan het einde vroegen ze dan wie zich ook weleens anders voelt en toen kon Finn even zijn verhaal vertellen. Zo werd het niet echt een ding, maar kreeg hij wel de ruimte om te vertellen hoe hij zich voelt en dat hij niet gepest wil worden.

Wat goed dat ze dat inderdaad zo hebben opgelost en dat ze hem die ruimte geven. Lopen jullie ergens anders wel tegen problemen aan?

TAYA: Buiten de praktische problemen van het kopen van een badpak voor een jongenslichaam, zien we vooral een aantal problemen in de samenleving. Een voorbeeld hiervan zijn kinderboeken. Wanneer je een boek wilt lezen over een boerderij zie je altijd de boer op de tractor en de boerin voert de kippen. Het is natuurlijk niet expres gedaan, maar je ziet nergens twee mannen of twee vrouwen met kinderen in die boekjes. Dan kan ik als moeder wel zeggen dat het allemaal prima is, maar een kind weet niet anders. Je moet heel vaak zeggen dat het ook anders kan dan de manier die altijd overal wordt getoond aan kinderen. Ik laat dan ook zoveel mogelijk documentaires en programma’s zien waarin die andere manieren wel worden getoond, om te laten zien dat het ook anders kan en dat dat niet uit maakt.

Het speelt nu best wel in de samenleving voor ons gevoel, dus we denken misschien dat dat ook dingen zijn die wel gaan veranderen.

TAYA: Inderdaad, ik vond het ook wel mooi dat de Hema nu bijvoorbeeld zegt: “Wij verkopen kinderkleding”. Natuurlijk zijn de figuren van mannen en vrouwen anders, maar je kan ook gewoon zeggen: “Ik heb een broek die wijd is aan de bovenkant en smal aan de onderkant.” Baby ’s hebben dat natuurlijk helemaal niet, daar ligt alles door elkaar. Bij kinderen worden jongens- en meisjeskleding sneller van elkaar gescheiden. Je voelt je dan toch een beetje misplaatst als je voor je zoon een jurk wilt kopen en naar de meisjesafdeling moet.

“De wachtlijst voor een eerste gesprek is 80 weken.”

Ja nou inderdaad. Je wordt als vrouw ook vaak raar aangekeken als je op de mannenafdeling loopt. Medewerkers gaan er meestal meteen vanuit dat je op zoek bent naar iets voor je vriend.

TAYA: Even terugkomend op de problemen waar we tegenaan lopen. Soms krijg je weleens wat negatieve reacties, maar in principe zijn de meeste mensen die dichtbij ons staan wel positief. Niet iedereen had hetzelfde gedaan, maar er is wel begrip voor dat we dit besluit hebben genomen. We weten niet of Sky zich voor altijd zo blijft voelen, maar op dit moment wel.
JURRE: Dat is ook een reden waarom we al bij het VUmc waren aangemeld voordat Sky had gezegd: “Ik wil een meisje worden.” Dit hebben we overigens ook gedaan vanwege de wachtlijst bij het VUmc. De wachtlijst voor een eerste gesprek is 80 weken.

Wauw dat is wel heel erg lang! Maar dat betekent wel dat er dus heel veel mensen zijn die hiermee zitten, of niet?

TAYA: Ja dat klopt, maar het VUmc is ook de enige plek waar je naartoe kan met je kind. Als volwassene kan je nog wel naar een andere plek waar ze geen operaties doen, maar als kind kan je in Nederland alleen bij het VUmc terecht. De diagnose kan je tegenwoordig wel op een paar andere plekken laten doen. Maar goed, we hebben haar alvast in het systeem staan, ze kan er natuurlijk altijd weer uit, mocht ze het allemaal niet willen. Ik ben in die tijd ook met een blog begonnen. Ik was heel erg op zoek naar mensen met dezelfde ervaringen. Zo kwam ik uit bij een schrijfster en blogger uit Amerika. In Nederland was helemaal niets te vinden over jongetjes in een jurk, terwijl een kinderarts mij ooit vertelde dat 1 op de 10 kleuters ‘cross-dressing’ gedrag vertoont. Er is vorig jaar één boek uitgekomen over een transgender varken, een lammetje dat een varkentje is. Meer is er niet in het Nederlands. Hierom ben ik ook de blog begonnen. Ik wilde zelf maken wat ik miste.

Het is eigenlijk wel een goed idee om er een boek over te schrijven. Het is namelijk best wel raar dat er helemaal geen kinderboeken over te vinden zijn in Nederland. Vaak beginnen de gevoelens namelijk al op jonge leeftijd.

TAYA: Ja precies, daar ben ik ook al een tijdje over aan het nadenken met een vriendin van mij, zij is schrijfster. We willen dan een Nederlands boek maken over een jongen in een jurk. Ik denk dat een boek over transgender kinderen misschien net te hoog gegrepen is om op de Nederlandse markt te brengen. Daarom denk ik ook dat het boek over het transgender varken met dieren is, omdat je daardoor het hele thema van ongelijkheid kunt behandelen. Met een boek over een jongen in een jurk, kan je ook het thema pesten meepakken. Maar nog steeds zullen er dan ouders zijn die niet willen dat hun kind dat leest.

Ik denk dat het niet eens zozeer gaat om wat mensen zelf vinden, maar meer om wat de rest vindt.

TAYA: Wij hebben dat ook ervaren met wat familieleden die ergens tegenaan liepen en zeiden: “We hebben er in principe geen problemen mee.” Waarop ik vroeg of het ging om wat andere mensen ervan vinden. Toen ze daar “nee, dat is het niet” op zeiden, vroeg ik wat dan precies het probleem was. “Binnenshuis een jurk is prima, maar buiten niet”. “Dus dan gaat het toch wel om wat mensen vinden?”. “Nee, maar…”. Ze vonden het heel lastig om zelf uit te leggen waarom het niet goed zou zijn. Ik hoop dat hoe zichtbaarder dit onderwerp in de samenleving is, hoe beter en makkelijker het geaccepteerd wordt. Het zou mooi zijn als diversiteit in een klas normaal wordt. Dat alle onderwerpen met betrekking tot ‘anders zijn’ standaard worden opgenomen in de samenleving en er dus geen nadruk op wordt gelegd. Dat zou ideaal zijn.

Kunnen jullie uitleggen waarom jullie je kinderen zo vrij hebben kunnen laten?

JURRE: Ik denk vooral door de plekken waar wij zelf zijn opgegroeid. Uitgaansplekken, een wat alternatievere vriendengroep. Mijn ouders waren ook heel vrij en ruimdenkend. Dus ik denk dat dat voor mij wel heel bepalend is geweest in de manier waarop ik mijn kinderen opvoed.
TAYA: Mijn ouders waren iets minder makkelijk en ruimdenkend, maar ik ben als puber bij een vriendengroep gekomen die in de linkse politiek zat. Op school was ik een buitenbeentje, dus ik kon zo makkelijker de grenzen opzoeken. Het maakte niet uit wat je deed, mensen vonden je toch wel niks. Samen met de andere alternatievelingen op school bungelden we ergens onderaan de sociale ladder. Ik heb zelf altijd het idee gehad dat je gewoon moet zijn wie je bent en open moet staan voor andere dingen. Ik heb van tevoren nooit bedacht dat ik mijn kinderen ‘genderneutraal’ ga opvoeden, maar ik kon ook geen rationele reden bedenken waarom je dat niet zou doen. Al ben ik op die manier misschien juist heel bewust bezig met het anders opvoeden dan de meeste mensen. Een soort afzetten tegen de massa. Ik doe niet automatisch wat iedereen doet, ik denk ook graag na over de andere opties.

Wat zouden jullie andere ouders willen meegeven die wel worstelen met deze onderwerpen?

TAYA: Luister naar je kind. Je kind geeft altijd zelf aan wat het wil. Wees niet bang voor alle doemscenario’s over de toekomst. Je hebt nu een kind dat aangeeft zich niet fijn te voelen en de toekomst komt later wel. En probeer ook eerlijk te kijken naar wat je zelf eng vindt. Natuurlijk geeft het een hele hoop stress en is het ook niet makkelijk. Maar het is er nou eenmaal en dan kan je niet zeggen: “Nee, dat gaan we niet doen, dat vind ik eng, daar wil ik ze voor behoeden”. Daar wordt je kind ook niet gelukkig van.
JURRE: Ik heb ook zoiets van als ouder doe je toch altijd dingen verkeerd, je kunt niet in de toekomst kijken, het gaat nooit allemaal goed. Doen we er dan goed aan om nu iets te doen of niks te doen en het uit te stellen?

Precies, ik denk dat het belangrijkste is om de belangen van je kind voorop te stellen. En goed te luisteren.

TAYA: Ik denk ook dat het belangrijk is dat je het er als ouders over hebt met elkaar. Ik snap dat het voor ouders die ermee zitten heel lastig kan zijn, maar probeer het niet weg te stoppen. Ook als je het voor je kind doet, maar je je er zelf niet goed bij voelt, moet je iets met je eigen gevoelens doen en het niet wegstoppen.

Zijn er dan ook bepaalde instanties of praatgroepen waar ouders terecht kunnen?

TAYA: Ja, je hebt bijvoorbeeld Genderkind en Ouder van Transvisie. Zij hebben praatdagen. Ze hebben twee keer per jaar een kinderdag en ook een jongerendag. Daar kunnen kinderen samenkomen en gewoon spelen met lotgenoten. Sky was na de eerste keer daar ook meteen enthousiast over dat er kinderen waren zoals zij. Daarnaast hebben ze een aantal keer per jaar ouderdagen en familiedagen en zijn er online forums. Er zijn ook transvisiecafés die af en toe iets doen voor de ouders. Maar het is gewoon echt heel fijn om ook van andere ouders te horen hoe zij met bepaalde dingen omgaan.

 

Fotografie/interview Jianni Elsenhout, Jacobine d’Engelbronner, Merel van Es, Jolene Adelaar styling Taya, Jurre, Sky, Finn

Dit artikel verschijnt ook in druk in het Genderexpressiemagazine (najaar 2018), een productie van studenten van de fotovakschool Amsterdam in samenwerking met TNN.

 

Credits

Branding & design Cheerleader.studio

Website development Digitmind.nl

Fotografie headers: Tengbehkamara.com